Foto: Toa Heftiba via Unsplash

Gisteren betrapte ik mezelf erop dat ik “z’n gangetje” antwoordde toen iemand vroeg hoe het met me ging.

Het gaat natuurlijk helemaal niet zijn gangetje. Vergeleken met vier maanden geleden is mijn hele leven volledig veranderd. Maar als je dat buiten beschouwing laat, dan klopt het wel.

Om de dag komt de thuiszorg nog langs, iedere vrijdag ga ik trainen met Jerry, op zondag komt zoon Max mijn huis schoonmaken en kook ik soep, en iedere drie weken begint een nieuwe ronde chemo. Het is een ritme dat eigenlijk wel comfortabel voelt na de eerste weken waarin alles vooral groot, nieuw, heftig en onbegrijpelijk was. 

Over soep gesproken, en tussen haakjes: een vriendin vroeg me, ietwat verongelijkt, “waarom ze niet in mijn soepclubje zat”. Blijkbaar heb ik het niet duidelijk genoeg opgeschreven, maar dat is niet hoe het werkt. Iedere zondag(*) kook ik soep voor iedereen die meeleeft en zin heeft om te komen. Of je bij die club hoort bepaal je dus helemaal zelf.

Comfortabel kan, zeker bij mij, makkelijk overgaan in procrastinatie. Voor wie in astrologie gelooft: mijn sterrenbeeld is leeuw, en in de Chinese astrologie ben ik een slang. Allebei dieren die het prima vinden om in de zon te liggen zolang er geen reden is om in beweging te komen. Maar goed, dat weet ik van mezelf, dus ik zorg ervoor dat ik mezelf voldoende redenen geef.

Bovendien, nog niet zo lang geleden was ik vrij serieus van plan om samen met Lolle Wijnja een boek te schrijven over de grote kracht van lummelen. Lummelen is veel meer dan nietsdoen. Het is ook veel meer dan uitrusten, herstellen, de batterij opladen. Het is, zoals Lolle zegt, de luiken open doen zodat frisse ideeën naar binnen kunnen waaien. Ruimte maken voor het nieuwe, voor het toeval en voor reflectie, dikwijls met als gevolg dat zich een nieuw, minder problematisch perspectief ontvouwt.

Vandaar dat ik veel lummel, denk ik.

(*) Behalve met Kerst, Pasen, Pinksteren, eventuele andere feestdagen en als ik geen zin heb.