“Is dat een cadeautje? Voor een mevrouw?” Het meisje naast me aan de toonbank kijkt me aan met een romantische blik in haar bruine ogen. “Jazeker.” 
“Ik hoop dat ik later ook een vriend krijg die bonbons voor me koopt.” Ze heeft het half tegen mij, half tegen haar beide vriendinnen, die samen nog niet half zo knap zijn als zij. Het zijn ongetwijfeld studentes; de chocolaterie ligt nog geen vijftig meter van het Academiegebouw.

Mannen kopen alleen bonbons voor een vrouw als ze iets goed te maken hebben, als ze een schipbrekende relatie proberen te redden of als ze, zoals in mijn geval, de dame in kwestie nog moeten veroveren. Mannen zijn sowieso slecht in cadeautjes kopen, omdat ze geen oog hebben voor wat een ander nodig heeft. Na een jaar of zeven in je toekomstige relatie zal je vriend voorstellen: “Zullen we die verjaardagscadeautjes maar achterwege laten? Als we iets willen hebben kunnen we het toch gewoon kopen?” Of misschien koop je je eigen verjaardagscadeaus wel, zoals je alle cadeaus koopt die jullie aan vrienden en familie geven.

Alle mannen zijn licht autistisch. Dat we moeten raden wat iemand anders graag wil staat ons tegen. Zeg het dan gewoon! Wij mannen zetten onze verlanglijstjes op internet. Dan hoeft niemand te raden en krijgen we bovendien geen dingen dubbel. Dat je soms niet weet wat je wil, dat het vaak ook niet uitmaakt zolang het maar iets leuks is, dat het ook om het gebaar gaat – daar snappen wij allemaal niets van.

Natuurlijk zijn er uitzonderingen. Natuurlijk zijn er mannen die zachtaardig, zorgzaam en attent zijn. Maar de kans is klein dat jij daar op valt. Knappe vrouwen vallen op alfa-mannetjes. Stoere, zelfverzekerde, luidruchtige types. Daar kunnen jullie niets aan doen, dat is biologisch bepaald. De evolutie, hè. Je zoekt het beste genetische materiaal. En dat is een man die een mammoet kan vangen en aanvallers een kopje kleiner kan maken, geen man die muntthee voor je zet en veldboeketten voor je plukt. Ja, bij je tweede of derde huwelijk, als je kinderen al groot zijn, dan kies je een zorgzame man. Dan hoeft er niet meer voortgeplant te worden. Dus die bonbons, die moet je voorlopig nog zelf kopen, jongedame.

Ik pak mijn aankoop van de toonbank en draai me om naar het meisje. “Oh, die ga je vast en zeker vinden. Vast en zeker.”