Langzamerhand begin ik een beetje moe te worden van al die libertariërs, klimaatactivisten, antiglobalisten en andere onheilsprofeten die op het virus reageren zoals sekteleden op een zonsverduistering: zwelgend in hun gelijk en reikhalzend uitkijkend naar de grote kladderadatsch, waaruit op magische wijze een Betere Wereld zal verrijzen.
Maar nog veel meer erger ik me aan de zelfbenoemde realisten, de mensen die het hebben over de anderhalvemetersamenleving. De mensen die ons oproepen om “er maar aan te wennen”. Die ons voorspiegelen dat we er wel mee kunnen dealen, als dit “het nieuwe normaal” wordt. Anderhalve meter, mondkapjes, handschoenen en slimme apps zullen zorgen dat we veilig op de oude voet verder kunnen. Eerst een beetje raar, maar daarna went het wel.
Laat ik duidelijk zijn. Er bestaat niet zoiets als een anderhalvemetersamenleving. Alles wat een samenleving een samenleving maakt, vindt plaats binnen anderhalve meter en/of in groepen van meer dan drie personen.
Dit is tijdelijk. Alle maatregelen die we tot nu toe hebben genomen zijn expliciet tijdelijk en zo hoort dat ook. Anders zouden we hele andere eisen stellen aan de besluitvorming. “Zo lang als nodig” klinkt heel stoer, maar het is niet eerlijk. Het is niet waar. We gaan de huidige maatregelen niet jarenlang volhouden. Dat kunnen we niet en dat willen we niet. Ik niet, in ieder geval.
Natuurlijk, we kunnen besluiten dat een anderhalvemetermaatschappij te prefereren is boven het alternatief, maar dat vereist een eerlijke uitwerking en vergelijking van beide opties. Het eerste voorstellen als “een beetje ongemakkelijk” en het tweede als “alle bejaarden gaan dood”, is dat uiteraard niet. Maar vooralsnog hoeven we die discussie niet te voeren; we hebben het immers over tijdelijke maatregelen.
Laten we zorgen dat het zo blijft. Laten we elkaar eraan blijven herinneren dat dit tijdelijk is. Dat het een surrogaat is voor het echte leven waar we straks weer mee verder gaan. Laten we er vooral niet aan wennen.