De stakingsleider
Toen ik van de week een vakbondsman op televisie hoorde vertellen hoe blij hij was met alle werkgelegenheid die het bouwen van het 500 miljoen euro kostende jacht van de rijkste man ter wereld had opgeleverd, moest ik ineens aan Wouter ter Braake denken. Ter Braake was de toen 21-jarige communistische stakingsleider die in 1970 de Rotterdamse haven twee weken lang plat legde voor een loonsverhoging van 75 gulden per week.
Alle politici zijn inmiddels tegen “schrijnende armoede”. Nederland telt 40.000 daklozen (of meer; moeilijk te tellen), één op de zes kinderen in de grote steden groeit op in armoede en de voedselbanken kunnen de vraag niet aan. Maar over schrijnende rijkdom kun je het nog steeds niet goed hebben. Als je erover begint dan ben je jaloers of, als je zelf geld heb, hypocriet.
Wouter ter Braake wist nog dat als je meer wou, je het ergens moest gaan halen. Minder ongelijkheid, dat kreeg je door sociale strijd. Daarna kregen we helaas het Akkoord van Wassenaar en werd de sociaaldemocratie overgenomen door dwaallichten als Wim Kok en Wouter Bos. De ideologische veren werden afgeschud en toen dat klaar was, was er geen klassentegenstelling meer. Loonmatiging leidde tot werkgelegenheid, en dat was in ieders belang in tijden van massawerkloosheid. “Werk boven inkomen!”, riepen de vakbonden.
Sindsdien is de werkloosheid inderdaad teruggedrongen – al is dat vooral een gevolg van de vergrijzing. De economie groeide gestaag door. En dankzij de loonmatiging kwam het overgrote deel van de welvaartsgroei terecht bij de kapitaalbezitters. De verhouding arbeidsinkomen : kapitaalinkomen verschoof van 80 : 20 naar 70 : 30. Niet alleen is werk onzekerder geworden, het wordt ook slechter betaald. Zeker in verhouding tot de almaar gestegen woonlasten – die iemand anders zijn kapitaalinkomsten zijn. Inmiddels behoort 3% van de beroepsbevolking tot de werkende armen. Dat zijn 220.000 mensen. Het is inmiddels de grootste groep onder de arme Nederlanders, groter dan de groep arme bijstandsgerechtigden.
Nu de inflatie de kop opsteekt, begint de vakbond langzaam te beseffen dat de grenzen van de loonmatiging zijn bereikt. Voorzichtig begint ze al te pleiten voor het opnemen van automatische prijscompensatie in cao’s, maar de macht van de vakbond is sinds het akkoord van Wassenaar flink verbleekt.
In Rotterdam moet nog een historische brug worden gedemonteerd, omdat de dure boot er niet onderdoor kan. Alles op kosten van de rijkste man ter wereld. Ik hoop eigenlijk dat er ergens in Rotterdam nog een jonge communistische stakingsleider rondloopt die inziet wat een prachtige publicitaire kans hier ligt. “Volledige prijscompensatie, het minimumloon naar veertien euro, en dit alles ook onverkort doorrekenen naar bijstand en AOW. Eerder gaat die brug niet open.”
Ho, wacht. Maar de rijkste man ter wereld, een Amerikaanse online-ondernemer, is toch niet verantwoordelijk voor armoede in Nederland? Nee, verantwoordelijk misschien niet. Maar schrijnende armoede en schrijnende rijkdom zijn twee kanten van dezelfde medaille – om dat in te zien hoef je geen communist te zijn.
(wordt vervolgd)