Toen de Groningers allemaal terug kwamen van vakantie, bleek er ineens veel te doen over het toerisme in eigen huis. Er was een “geheim plan om massatoerisme en luxe vakantieparken naar Groningen te halen” opgedoken, aldus de verslaggever van de plaatselijke krant. Het bleek te gaan om een rapport van Bureau Ginder, dat al een jaar in een la lag te verstoffen, wat iets anders is dan “geheim”. Het heet “Zin in Groningen” en u kunt het inmiddels zelf lezen op de website van het Nationaal Programma Groningen. Er staat niets geheims of spannends in. Het is, integendeel, een hoop opgeblazen marketingtaal en een weinig verrassende analyse.
Die analyse is: Groningen heeft zeker potentie, maar het toeristisch aanbod is versnipperd en deels verouderd, en daarom is een gerichte impuls nodig. Dat kan ook gezegd worden van pakweg Zeeland, de Achterhoek en de Kop van Noord-Holland, maar dat mag de pret niet drukken.
Wat de pret wel een beetje drukt, is dat er überhaupt geld is uitgegeven aan een toeristisch onderzoek. Alles wat er te weten valt over toerisme in Groningen is genoegzaam bekend en kan in minder dan tweehonderd woorden worden verteld.
Ten eerste. Groningen is vooral populair bij Pieterpadlopers, cultuurtoeristen, rustzoekers en ecotoeristen. Het voordeel hiervan is dat het mensen zijn van wie je respect voor hun omgeving mag verwachten; dat is immers waarvoor ze komen. Het nadeel is dat deze marktsegmenten door hun aard moeilijk op te schalen zijn; het Pieterpad lopen in een optocht is niet leuk.
Ten tweede. Groningen heeft een kleine thuismarkt en in de aangrenzende stukken Nederland en Duitsland woont ook bijna niemand. Daardoor is het voor attracties en evenementen moeilijk om een rendabele schaal te realiseren.
Ten derde. Groningen ligt in een uithoek. Bezien vanuit de Randstad is Groningen niet zozeer onaantrekkelijk als wel irrelevant. Alles wat je er kunt krijgen, en meer, kun je ook dichter bij huis krijgen. En dat geldt ook vanuit Hamburg, het Ruhrgebiet en andere plekken waar mensen wonen. Voor investeerders geldt hetzelfde. Je kunt wel een pretpark, wildwaterparadijs of vijfsterrenglamping beginnen in Groningen, maar er zijn heel veel plekken die centraler liggen en waar dat ook kan.
Goed toeristisch beleid in Groningen is daarom zuinig zijn op erfgoed en natuur, zorgen voor goede fiets-, wandel- en vaarroutes en een beetje lief zijn voor lokale ondernemers.
That’s it. Meer valt er niet over te zeggen, of het zou moeten zijn dat het weinig zinvol is om over de toekomst van het toerisme in Groningen te praten zonder daar Fryslân en Drenthe bij te betrekken.
Resteert de vraag waarom je het eigenlijk zou willen, als overheid. Massatoerisme ontwikkelen, bedoel ik. Pret- en bungalowparken leveren in regionaal-economische zin weinig op. De exploitanten doen er alles aan om ervoor te zorgen dat bezoekers hun geld binnen de hekken uitgeven, en niet erbuiten. Wat banen betreft levert het vooral seizoenswerk op. De winst gaat naar de aandeelhouders, de overlast naar de omgeving. De Groningse acteur Marcel Hensema had geen ongelijk toen hij massatoerisme vergeleek met turf- en gaswinning.
Snel weer terug in de la, dat rapport.