Donderdag, drie dagen na mijn darmoperatie, vond ik het ergens nog wel grappig dat ik was veranderd in een man tussen twee zakken. Aan de ene kant het infuus erin, aan de andere kant het katheter eruit. Nu, weer twee dagen later, heb ik er een zak bij. Van een stoma. En in tegenstelling tot de andere twee, blijft deze zak een paar maanden bij me. Waarschijnlijk niet permanent. Behalve als het tegenzit. Of als een paar maanden en permanent hetzelfde blijken te zijn.
Het katheter was nodig omdat tijdens de eerste (kijk-) operatie per ongeluk mijn blaas lek was geprikt – en ook direct weer gehecht uiteraard. Ik realiseer me nu dat ik vergeten ben om te vragen of die hechting het wél heeft gehouden en of de katheter er dus spoedig uit mag.
In ieder geval was die andere hechting, die van de twee darmhelften waar de tumor tussenuit geknipt is, gaan lekken. In de loop van de week ging mijn buik meer in plaats van minder pijn doen en opzwellen. Dus volgde gisteren, vrijdag, een tweede operatie. Dit keer werd ik wakker met een stoma en een litteken van 20 centimeter.
Begrijp me goed, ik ben blij dat ze het eerst zonder geprobeerd hebben. Alleen jammer dat het niet gelukt is. Een meevaller zou ook wel eens aardig zijn.
Maar zoals het er nu voorstaat, moet ik gaan herstellen van een “ouderwetse” open darmoperatie. Zoals het hoort. Slow health. De tijd nemen die nodig is, in plaats van hier met je infuusrek de deur uitlopen om zo snel mogelijk weer aan het werk te kunnen.
Het is maar hoe je het framet, natuurlijk.
Aan een vriendin schreef ik dat ik probeerde te genieten van de nieuwe ervaringen. Ik word tot tranen toe geroerd door alle berichten van medeleven, bezoek, bloemen en kaarten, en praktische hulp. Verder heb ik wel plezier aan de morfine, oxycodon en oxazepam die ik soms wel, soms niet krijg. (Er bestaan echt van die verpleegsters die vinden dat pijn er nu eenmaal bij hoort.)
Zonder gekheid, het valt me niet mee. Ik merk vooral dat ik het moeilijk vind om nieuwe tegenslagen te incasseren, ook al zijn ze relatief onbelangrijk. Werk te doen dus. Met ondersteuning, want het aanbod aan hulp hier in het Martini Ziekenhuis is groot. Een zaalgenote heeft een pedicure besteld voor aanstaande maandag, ik een psychiatrisch verpleegkundige.
Zak en as zegt u? Nee hoor, zo ver is het nog lang niet. Alleen een zak, voorlopig.
Oef, die tegenslagen. Pittiger dan pittig.
Warme zonnestralen voor jou, om het leven iets lichter te maken.
Ik lees en leef (zover dat kan in mijn gezonde situatie) met je mee,