Foto: eric lynch via Flickr

“Dus we zijn nu aangekomen in het stadium dat we wonderen nodig hebben,” concludeerde ik. De arts knikte. “Ja, zo kun je het wel zeggen.”

Helemaal onverwacht was het niet. De kanker had al eerder laten zien erg agressief te zijn. En nu was alle “winst” van een half jaar chemo, plus een operatie, in drie maanden weer tenietgedaan, wat betekent dat er onmiddellijk weer actie nodig is. Het enige goede nieuws is dat de kanker nog niet buiten de lever is aangetroffen(*). Dat betekent dat er in theorie nog een heel, heel klein paadje naar genezing is – een paadje dat eindigt met een levertransplantatie. Maar dan moet wel alles meezitten. Laten we daar maar niet van uitgaan. 

De afgelopen drie ziekenhuisvrije maanden heb ik vooral gebruikt om uit te rusten en aan te sterken, met de bedoeling om in september weer volop aan het werk te gaan. Daar heb ik nu, nu tijd weer kostbaar wordt, een beetje spijt van. Misschien had ik beter wat dingen kunnen ondernemen, want zo fit als nu ga ik waarschijnlijk voorlopig niet meer zijn.

Nu volgt zo snel mogelijk chemo, om in ieder geval de groei tot stilstand te brengen. Hoe en wat en hoe lang weet ik nog niet. En afhankelijk van de resultaten zien we dan weer verder. Maar het is duidelijk dat we op deze manier de kanker er niet definitief onder krijgen, en er is een limiet aan hoeveel chemo iemand kan hebben natuurlijk. Dus afgezien van dat hele, hele kleine paadje, is het een aflopende zaak, ben ik bang.

Moet ik wel weer aan het werk gaan? Misschien verander ik nog van gedachten de komende dagen, maar vooralsnog heb ik – na ruim anderhalf jaar “niets doen” – veel zin om mezelf nuttig te maken en mijn eigen geld te verdienen. Er komen wel een paar randvoorwaarden bij, natuurlijk. Het moet leuk én relevant genoeg zijn om mijn tijd aan te besteden, dat ten eerste. En ten tweede moet het werk zo te organiseren zijn dat er geen ongelukken gebeuren als ik tijdelijk of definitief uitval. Ik sta open voor suggesties 😉

Natuurlijk had ik het liever anders gezien. Was ik liever nog wat langer “schoon” gebleven. Maar ja. “Het gaat zoals het moet gaan, want anders was het wel anders gegaan,” zei ooit een wijze vriendin, en zo is het. Rouwen heb ik vorig jaar al gedaan.

Afgelopen zaterdag, op mijn verjaardag, ik had de controles gehad maar de uitslag nog niet gehoord, vloog het me wel even aan. Het gevoel dat dit weleens de laatste zou kunnen zijn. De eerste “laatste keer” in een serie laatste keren. De laatste ronde.

Maar dat weet je helemaal niet. Er gaat geen bel. Het is gewoon de volgende ronde. En verder zien we wel.

(*) Ze hebben nog niet overal gekeken; ik krijg nog een PET-scan.