Vandaag heb ik me beter gemeld.
Natuurlijk ben ik niet beter, en ik heb ook helemaal geen baas om me bij beter te melden. Ik heb me beter gemeld bij CommonEasy, het onderlinge vangnet van zo’n 600 zzp’ers waar ik lid van ben. Een soort broodfonds, wat weer een soort arbeidsongeschiktheidsverzekering is. Ruim anderhalf jaar hebben deze vrienden, kennissen en onbekenden mij geholpen mijn rekeningen te betalen. Maar nu hoeft dat niet meer, want ik ben begonnen met een leuke en uitdagende (ja, ja) klus, heb mijn eerste factuur inmiddels verstuurd en ben dus blijkbaar niet meer arbeidsongeschikt. En de knop waar je dan op moet drukken, op de website van CommonEasy, heet “Meld je beter”. Vandaar.
Is het verstandig om te gaan werken als je weet dat je niet meer beter wordt en hoogstens nog een paar jaar te leven hebt? Daar heb ik goed over nagedacht. Juist wel, is het antwoord. Als ik niet ongeneeslijk was, zou ik werken uitstellen tot ik genezen was. Maar nu, nu wil ik gewoon leven, zolang ik niet dood ben. Gewoon, zoals voordat ik ziek werd, hoogstens wat gerichter, omdat ik sommige dingen nu wat scherper denk te zien.
Het is hier niet de plaats om inhoudelijk in te gaan op de klus die ik nu uitvoer, maar een paar dingen wil ik er wel over zeggen omdat anderen er misschien ook iets aan hebben.
In de eerste plaats: durf te vragen (en durf te delen). De opdrachtgever van mijn huidige klus is een lezeres van dit blog. We raakten in gesprek nadat ik in augustus had geschreven dat ik wel weer aan het werk wilde. Ze wist dus al van mijn situatie. Achteraf denk ik dat dit de enige mogelijke manier is. Stel je voor dat een potentiële klant van niets weet, wanneer ga je dan vertellen dat je doodziek bent? Precies.
In de tweede plaats (of de eerste; net zo belangrijk) heb ik een back-up georganiseerd. Mijn oude makker Jan Willem Wolff, waarmee ik bijna 25 jaar geleden voor het ondernemerschap koos en De Bovenkamer van Nederland oprichtte, is mijn klankbord en, als dat nodig is, vervanger. We kennen elkaar door en door, vertrouwen elkaar, hebben aan een half woord genoeg. Zo iemand moet je maar in de buurt hebben, natuurlijk. Advies van een oude man: de mensen waar je vuurwerk mee kunt maken, die moet je bij je zien te houden, ook als het “uit” is.
Ik ga er nog wel hoofdpijn van krijgen, van die klus (want: uitdagend), maar voorlopig ben ik er heel blij mee. Het is fijn als mensen je bellen om te vragen hoe het gaat. Het is nog fijner dat mensen nu ook weer om andere redenen bellen.