Foto: Kenny Eliason via Unsplash

Anderhalve week ben ik nu thuis, na meer dan twee weken in het ziekenhuis. Eerlijk is eerlijk: dit viel niet mee. Alles bij elkaar ben ik nu bijna een maand kwijt aan het verwijderen van die tumor uit mijn dikke darm, en ik ben nog verre van topfit. Bij elke stap die ik zet voel ik dat er een gat in mijn buikwand zit, plus een aantal verse littekens. Twee keer per dag krijg ik thuiszorg. Mijn wond wordt schoongemaakt en het stomamateriaal wordt vervangen – dat laatste moet ik uiteindelijk zelf leren.

Behalve herstellen doe ik eigenlijk niets. Ik ben full time patiƫnt. Niemand verwacht iets van me, integendeel, iedereen vraagt of ze iets voor mij kunnen doen. Ik heb ook weinig keus. Als ik de hond heb uitgelaten, moet ik een half uur uitrusten. Eindelijk mag ik zo veel lummelen als ik wil.

Maar toch. Het voelt als verloren tijd. Tijd die ik niet kan missen.

Voor het eerst ben ik af en toe boos. Waarom zo veel pech? Waarom ik? Waarom kon dit niet tenminste soepel gaan? Alsof er niet nog genoeg ellende aan zit te komen.

Afijn, zinloze vragen waar nooit een antwoord op komt. Morgen de eerste soepzondag, dat is iets om naar uit te kijken. En overmorgen het eerste gesprek met de internist-oncoloog over het behandelplan voor mijn lever.